Literatuur

Op zoek naar geschikte titels om je verder te verdiepen in de geschiedenis van verpleging en verzorging? Kijk dan hier.

Bekijk dit dossier

Voortrekkers, pioniers en rolmodellen

Wie waren de afgelopen eeuw de grote voortrekkers in de verpleging?

Bekijk dit dossier

Literatuur

Wil je meer te weten komen over de historie van de verzorgende en verpleegkundige beroepen? We hebben een literatuurlijst met een aantal standaardwerken voor je samengesteld, die samen een goed overzicht geven van de ontwikkeling en de geschiedschrijving.

Meer lezen over Wijkverpleging in actie?

De documentatie, gebruikt om dit dossier samen te stellen, is afkomstig van Myriam Crijns, het fotomateriaal van en Berthy (nu Sunahla) van de Meydenberg.

 Onze tips: 

  • Verslag Landelijke Studiedag Wijkverpleging met daarin ook informatie over het ontstaan van de LAW.
  • Landelijk Aktiegroep Wijkverpleging, eerste bulletin, mei 1978
  • Amsterdam Zwartboek, oktober 1978 
  • Landelijke Aktiegroep Wijkverpleging, tweede bulletin, maart 1979
  • Notitie ‘De eigenheid en de ontwikkeling van het wijkverpleegkundig beroep’, Amsterdam oktober 1978
  • Verslag Themadag ‘De Eigenheid en ontwikkeling van het Wijkverpleegkundig Beroep’ gehouden op 11 nov 1978, febr 1979
  • Tekst Lied voor de landelijke studiedag van wijkverpleegkundige op 8 dec 1979
  • Notitie voor Landelijke Studiedag Wijkverpleging “De AWBZ, de rekening gepresenteerd’, zomer 1980
  • Bulletin, herfst, 1981
<
>

Meer lezen over Voortrekkers?

Onze tips:

  • Eindhoven, J.M.B., Een systeem van eerstverantwoordelijke verpleegkundige (Lochem, 1979).
  • Stegge, C. aan de, Gekkenwerk. De ontwikkeling van het beroep psychiatrisch verpleegkundige in Nederland, 1830-1980, Bijlage 22 (Maastricht, 2012).
  • Wijers, S., Als ik wil kan ik duiken… Brieven van Claartje van Aals, verpleegster in de Joods psychiatrische inrichting Het Apeldoornsche Bosch, 1940-1943 (Amsterdam, 1995).

 

Klara (Claartje) van Aals

  • Wijers, S., Als ik wil kan ik duiken… Brieven van Claartje van Aals, verpleegster in de Joods psychiatrische inrichting Het Apeldoornsche Bosch, 1940-1943 (Amsterdam, 1995).*
  • Oosterhof, H., Het Apeldoornsche Bosch: Joodse psychiatrische inrichting, 1909-1943 (Heerlen, 1989).*
  • Jong, L. de, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog (’s Gravenhage, 1975).*

 

Drs. J. K. (Jan) Bastiaanse

  • Aert van, J.F.M. en Bastiaanse J.K. , ‘Personal computer als hulpmiddel bij het leidinggeven in de verpleging’ in Tijdschrift voor Ziekenverpleging (1987) 633-639.*
  • Bastiaanse, J.K. ‘Netwerk NIVO-N’ in Tijdschrift voor Ziekenverpleging (1989) 279.*
  • Bastiaanse, J.K., ‘De nieuwe kleren van de keizer’, speech bij de opening van het Landelijk Centrum Verpleging & Verzorging (Bussum, 13 oktober 1993).*
  • Gouda Quint, I., Vijf jaar Jan Bastiaanse prijs (Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging, Ede, 2003).*
  • Jongma, R., ‘Verbreding draagvlak voor beroepsgroep’, interview met Jan Bastiaanse bij de opening van het Landelijk Centrum Verpleging & Verzorging (Bussum, 13 oktober 1993).*
  • Spieker, P., ‘LCVV-directie gaat nieuw beleid ontwikkelen’. Een interview met Jan Bastiaanse en Hanneke Hillmann in Verpleegkunde Nieuws (1996) 27-29.*

 

 A. H. M. (Anneke) van den Bergh-Braam

  • Bergh-Braam, A.H.M. van den, Algemene Verpleegkunde (Leiden, 1970).*
  • Bergh-Braam, A.H.M. van den, De hoofdverpleegkundige over leven in het ziekenhuis. Een onderzoek naar de rolonduidelijkheid van hoofdverpleegkundigen (1984).*
  • Bergh-Braam, A.H.M. van den, ‘Over troeven in een moeilijke relatie’, in Tijdschrift voor Ziekenverpleging (18) 634-639.*
  • Bruinsma, J., ‘Plegen. Interview met prof. dr A.H.M. van den Bergh-Braam’ in Tijdschrift voor Ziekenverpleging (22) 658-661.*

 

J. A. (Bien) van den Brink-Tjebbes

  • Regterschot, A. ‘Het gesprek’. Interview met Bien van den Brink-Tjebbes in Reformatorisch Dagblad 9 mei (2014).*
  • Brink-Tjebbes, J.A. van den, De theorie van de verpleegkunde, naar haar aard en functie gedacht (Lochem, 1975).*
  • Brink-Tjebbes, J.A. van den, Verpleging naar de maat. Een verplegingswetenschappelijke optiek (Lochem, 1987).*
  • Brink-Tjebbes, J.A. van den, Verplegen in verbondenheid. De verpleegde centraal: gevolgen voor verplegingspraktijk en verplegingswetenschap (1997).*
  • Teijen, H., ‘Van den Brink-Tjebbes (90) overleden’ in Tijdschrift voor Verpleegkundig Experts (2014) 3.*

 

M. H. E. (Marie) Debrus

  • Moulin, D. de, e.a., Vier eeuwen Amsterdams Binnengasthuis (Wormer, 1981).*
  • Pel, P.K., ‘In Memoriam Zuster Marie Debrus’ in Tijdschrift voor Ziekenverpleging 24 (1914) 46-48.*
  • Stumpff, J. Ed., ‘Zuster M.H.E. Debrus’ in Maandblad voor Ziekenverpleging 20 (1910) 457-459.*
  • Stumpff, J. Ed., ‘In memoriam Zuster M.H.E. Debrus’ in Tijdschrift voor Ziekenverpleging 24 (1914) 4-5.

 

Annie van Eindhoven

  • Eindhoven, J.M.B., Een systeem van eerstverantwoordelijke verpleegkundige (Lochem, 1979).*
  • Eliens, A.M. en Timmer, J.C., ‘Annie van Eindhoven: ruim veertig jaar in de verpleging’ in Tijdschrift voor Ziekenverpleging (19), 599-601.*
  • Kemps, H., ‘In memoriam Annie van Eindhoven’ in Verpleegkunde (4), 38.*

 

V. A. (Virginia) Henderson

 

Sophia Henriëtte (Fie) Hooykaas

  • Kuijper, H., Van sanatorium tot zorgfonds. Aantekeningen (uit 1996) over de geschiedenis van Koningsheide
  • Stal, P.L. en Hooykaas S.H., ‘Voorlopige Verplegingsraad’ in Het Ziekenhuiswezen (33) 1-29.*
  • Personalia’ in Tijdschrift voor Ziekenverpleging (1971) 586.*
  • Archief van S.H. Hooykaas in Florence Nightingale Instituut (niet geïnventariseerd).*
  • Hooykaas, zr. S.H., ‘Ons verpleegstersinsigne’ in Tijdschrift voor Ziekenverpleging (1947) 133.*
  • Hooykaas, zr. S.H., ‘Verslag van een studiereis in Denemarken gedurende mijn vacantie van 2-15 Juli 1946’ in Het Ziekenhuiswezen (1946) 162-169.*
  • Hooykaas, zr. S.H., ‘Tienjarig bestaan van de Wereld Gezondheids Organisatie’ in Tijdschrift voor Ziekenverpleging (1958), 185-188.*

 
Jeanne van Lanschot Hubrecht

  • Wat verpleegsters kunnen bereiken, wanneer zij samenwerken', Nosokomos 6 (1906) 10, 153- 156; 11, 178-181; 12, 191-194.
  • Voorbereidende cursussen voor leerling-verpleegsters', Nosokomos 6 (1906) 17, 273-278.
  • Waar gaan wij heen?', Nosokomos 7 (1907) 19, 309-312.
  • Wat verpleegsters kunnen bereiken, wanneer zij samenwerken, Nosokomos 10, 153-156; 11, 178-181 en 12, 191-194.
  • Congres van verpleegsters, Nosokomos 7 (1907) 27, 446-453, idem, 'Rapport, uitgebracht op het Congres te Parijs door Mej. J. C. v. Lanschot Hubrecht', Nosokomos 7 (1907) 33, 549-555/556.
  • Het Internationale Verpleegsterscongres', Nosokomos 9 (1909) 33, 569-572.
  • Een keerpunt, Nosokomos 9 (1909) 39, 669-671.
  • Sociaal werk voor verpleegsters, Nosokomos 9 (1909) 19, 321-325 en vervolg Nosokomos 9 (1909) 20, 337-340.
  • Opleiding en examen voor kraamvrouw verpleegster, Nosokomos 9 (1909) 38, 653-654.
  • Congres van verpleegsters, Nosokomos 10 (1910) 446-453.
  • Het Rapport van den Centra/en Gezondheidsraad (Amsterdam 1911).
  • Waarom is een wettelijke regeling van opleiding en examens voor verplegenden van staatswege dringend nodig? (Amsterdam z.j.).
  • Bridges, A History of the lnternational Council of Nurses 1899-1964, 33.
  • Nannie Wiegman, Van groot gewicht: over de International Council of Nurses, 1889-1999, Tijdschrift voor de Geschiedenis der Verpleegkunde 6 (1999) 1 (maart) 1-2.

Helena Adriana (Heleen) Melk

  • Haeseker, B. en Lieburg, M.J. van, De geschiedenis van het HAGA ziekenhuis, 1923-2007 (Rotterdam, 2007).*
  • Melk, H.A, Zr., De praktijk der ziekenverpleging (Gorinchem, 1947).*
  • Richter-Uitdenbogaardt, W., ‘In memoriam Zuster Melk’ in Tijdschrift voor Ziekenverpleging (1974) 27-45.*
  • Romein-Verschoor, A., ’In memorian Heleen Melk (1888-1973)’ in Tijdschrift voor Ziekenverpleging 1973 (26) 1201-1202.*
  • Stegge, C. aan de, Gekkenwerk. De ontwikkeling van het beroep psychiatrisch verpleegkundige in Nederland, 1830-1980 Bijlage 22, 1032 (Maastricht, 2012).*

 

Cornelia Jacoba Maria (Kick) Nieland

  • Koch, H. en Roessink J., ‘Inspecteur en adviseur. Interview met mevrouw C.J.M. Nieland’ in Tijdschrift voor Ziekenverpleging 8 (1986) 230-235.*
  • Nieland, C.J.M., Laan, L. van der, en Rooyackers, P.F., Verpleegkundige lessen diploma B (Leiden 1969).*
  • Nieland, C.J.M. en Nordheim, J.J. von, ‘Overwegingen omtrent de titel, toe te kennen aan de MBO-VPer en aan de HBO-Ver’ in Tijdschrift voor Ziekenverpleging 4 (1984) 120.*
  • Stegge, C. aan de, ‘In Memoriam Kick Nieland’ in Tijdschrift voor Verpleegkundigen (2005) 11.*

 

Bertha Vos 

  • Kool-Blokland, J.L. De zorg gewogen. Zeven eeuwen godshuizen in Middelburg (Middelburg, 1990) 248-254.*

  • Lamping, C.A. ‘In memoriam’, in Maandblad voor Ziekenverpleging (1896) 2.*

  • Lieburg, M.J. ‘Een nuttig en ten sterkste verlangd wordend hospitaal’. De geschiedenis van het Academisch Ziekenhuis Utrecht, 1817-1992 (Rotterdam, 1992) 21-30.*

  • Maandblad voor Ziekenverpleging (1892) Bijvoegsel.* 

 

* geraadpleegd bij het samenstellen van dit dossier

<
>

Meer lezen over Kinderverpleging?

Onze tips:

  • ’t Hart, P.D. Het zieke kind in goede handen. 100 jaar gezondheidszorg in het Wilhelmina Kinderziekenhuis (Zwolle, 1988).
  • Lieburg, M.J. van, De geschiedenis van het Sophia Kinderziekenhuis te Rotterdam (Rotterdam, 2004).
  • Wijsenbeek, Thera, Zieke Lieverdjes, 125 jaar kinderzorg in het Emma Kinderziekenhuis (Amsterdam, 1990). *
  • Zieke lieverdjes. 150 jaar Amsterdamse kindergeneeskunde Special van ‘Ons Amsterdam’, jaargang 67 (2015).


* geraadpleegd bij het samenstellen van dit dossier

<
>

Meer lezen over verplegen tijdens WO I?

Onze tips:

  • Bergen, Leo van, Zacht en Eervol. Lijden en sterven in de Grote Oorlog 1914-1918 (Manteau 2014).
  • Hastings, Max, Catastrophe. Europe goes to war 1914 (London, 2013).*
  • McEwen, Yvonne, In the company of nurses. The history of the British Army Nursing Service in the Great War (Edinburgh, 2014).
  • Moeyes, Paul, Buiten schot. Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog 1914-1918 (Utrecht, 2011).

Literatuur:

  •  ‘Amsterdamsche brieven’, Sumatra post (1915).*
  • ‘Begrafenis Rosa Vecht’, Algemeen Handelsblad (15-01-1920).*
  • Bergen, Leo van, Het Nederlandsch Roode Kruis en de hulp aan vluchtelingen in 1914 en 1918, lezing Western Front Association (2009).*
  • Bergen, Leo van, Zacht en Eervol. Lijden en sterven in de Grote Oorlog 1914-1918 (Manteau 2014).
  • Bergen, Leo van, ‘Would it not be better to just stop?’ Dutch medical aid in World War I and the medical anti-war movement in the interwar years, First World War Studies (online 2011)
  • ‘Binnenland: Rosa Vecht’, Nieuw-Israëlitisch Weekblad, (12-02-1915).*
  • Brabers, Jules en Rob Lemmens, Luik, augustus 1914 (Soesterberg, 2009).*
  • ‘Een daad van piëteit tegenover Zuster Vecht’, Tijdschrift voor Ziekenverpleging, jg 25, nr 11 (1915) 398-399.*
  • ‘Eene heldin!’, Het Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië (08-04-1915).*
  • ‘Een Hollandsche verpleegster op het slagveld gedood’, Nieuwe Tilburgsche Courant ( 21-02-1915).*
  • ‘Examens’, Maandblad voor Ziekenverpleging, jg 17, nr 5 (1907) 244.*
  • Gezelle Meerburg, G.F., Algemeene Ziekenverpleging (1929).*
  • Hastings, Max, Catastrophe. Europe goes to war 1914 (London, 2013).*
  • ‘Het Roode Kruis te Maastricht’, Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, jg 1915, pag. 1215.*
  • ‘In memoriam Zuster Rosa Vecht’, Tijdschrift voor Ziekenverpleging, jg 25, nr 4 (1915) 107.*
  • Lipschits, Isaac, Tsedaka. Een halve eeuw joods maatschappelijk werk in Nederland (Zutphen, 1997).*
  • Macmillan Company, The, A war nurse’s diary. Sketches from a Belgian Field Hospital (New York, 1918).*
  • McEwen, Yvonne, In the company of nurses. The history of the British Army Nursing Service in the Great War (Edinburgh, 2014).
  • Mitton, G.E., The cellar-house of Pervyse. A tale of uncommon things from the journals and letters of the barones T’serclaes and Mairi Chisholm (London, 1916).*
  • Moeyes, Paul, Buiten schot. Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog 1914-1918 (Utrecht, 2011).
  • Munck, Luc de, De Grote Moeder in de Grote Oorlog. Hulpverlening van het Rode Kruis tijdens de Eerste Wereldoorlog (Ieper, 2000).*
  • ‘Naamlijst der leden van den Nederlandschen Bond voor Ziekenverpleging.’ Maandblad voor Ziekenverpleging, jg 18, nr 1 (1908).*
  • Norel, Willem van, Joods leven in Elburg (Elburg, 2014) 193-198.*
  • ‘Overlijdensadvertentie’, Algemeen Handelsblad (07-02-1915).*
  • ‘Overlijdensadvertentie’, Nieuw-Israëlitisch Weekblad (12-02-1915).*
  • Perneel, Philip, Dr., ‘Standbeeld voor een vergeten heldin’ , De Stentor (Zwolle, 13-12-2008)
  • Souttar, H., A surgeon in Belgium (London, 1915).*
  • Vanleene, Patrick, Op naar de Grote Oorlog. Mairi, Elsie en de anderen in Flanders Fields (Brugge, 2001)
  • Vanleene, Patrick, Les demoiselles de Nieuport. De Britse en de Bretoenen, 1914-1917 (Gent, 2015)
  • Verbeet, G.J.B., Het Rode Kruis afdeling Maastricht – Clubblad Mannenkoor Wieker Eindrach, nr 81 (Wieke, 2009).*

* geraadpleegd bij het samenstellen van dit dossier.

 

<
>

Reacties

Kim 01-02-2016

In het rijtje 'literatuur over verpleging en WO-I' ontbreken 3 belangrijke titels: - Ellen N La Motte: Het kielzog van de oorlog - Enid Bagnold - Dagboek zonder data - Mary Borden - Verboden gebied Uitgebracht door De Bezige Bij als een drieluik. Het zijn drie verpleegkundigen ten tijde van WO-I die schrijven over hun ervaringen. Met name het boek van Ellen N la Motte is zeer illustrerend. Het boek is ten tijde van de oorlog gecensureerd geweest omdat het de 'jongens' teveel zou demotiveren. Reactie FNI: Kim, dank voor je aanvulling. Het klopt wat je signaleert. We hebben de enorme hoeveelheid dagboeken van verpleegsters uit deze oorlog er niet in vermeld.Het zijn er heel veel en op zich is het al een apart dossier waard. Dus er wordt aan gewerkt!

Meer lezen over het Prinsengracht Ziekenhuis?

Onze tips:

  • Boer, H.W.J. de, Prinsengracht Ziekenhuis 25 juli 1843 - 25 juli 1983 (Amsterdam, 1983).*
  • Boer, Herman W.J. de en Pley, Gerard, Grachtenzusters (Amsterdam, 1993).*
  • Hingh, Anna de, Hurk, Titus van der en Koelewijn, Jannetje, 769 - Gezichten van het Prinsengrachtziekenhuis (Amsterdam, 2008).*

 

* geraadpleegd bij het samenstellen van dit dossier

<
>

Meer lezen over Florence Nightingale?

Onze tips:

  • Naber, Johanna W.A., Wegbereidsters, (Utrecht, 1928).
  • Nightingale, Florence, Over ziekenverpleging. Wat men, om de herstelling te bevorderen, te doen en te vermijden heeft (Rotterdam, 2005).
  • Small, Hugh, Florence Nightingale, avenging angel (New York, 1998).

Literatuur:

  • Figes, Orlando, et al., De Krimoorlog of de vernedering van Rusland, (Amsterdam, 2010).*
  • Isphording, Benita, Florence Nightingale en de verpleging van toen tot nu (Lochem, 1970).*
  • Naber, Johanna W.A., Wegbereidsters (Utrecht, 1928).*
  • Nightingale, Florence, Over ziekenverpleging. Wat men, om de herstelling te bevorderen, te doen en te vermijden heeft (Rotterdam, 2005).*
  • Russell, William Howard, Despatches from the Crimea 1854-1856 (London, 1966).*
  • Small, Hugh, Florence Nightingale, avenging angel (New York, 1998).*

* geraadpleegd bij het samenstellen van dit dossier

<
>

Meer lezen over Anna Reynvaan?

Onze tips: 

  • '17 Mei 1883 - 17 November 1895 Jubileum in het Wilhelmina-Gasthuis', Tijdschrift voor Ziekenverpleging, jg 6, nr 3 (1895) 33-36.
  • Brink-Poort, Martha van, Anna Reynvaan (Amsterdam, 1979).
  • Naber, Johanna W.A., Het leven en werken van Jeltje de Bosch Kemper (Haarlem, 1918).

Literatuur:

  • 'De Nederlandsche Bond voor Ziekenverpleging', Maandblad voor Ziekenverpleging, jg 3, nr 6 (1893) 117-123.*
  • 'Herdenking van den 70sten verjaardag van Mej. J.P. Reijnvaan', Tijdschrift voor Ziekenverpleging, jg 24, nr 8 (1914) 289-304.*
  • 'Jeltje De Bosch Kemper Nummer', Maandblad voor Ziekenverpleging, jg 23, nr 1 (1913) 2-17.*
  • 'Opening Anna Reijnvaanschool, annex woonhuis voor leerlingen, bij het Wilhelmina Gasthuis te Amsterdam, op 12 mei', Tijdschrift voor Ziekenverpleging jg 23, nr 12 (1970) 642-645.*
  • Reynvaan, J.P., Zuster Clara. Schetsen uit het leven eener verpleegster in een stedelijk gasthuis
  • 'Verslag van de Samenkomst van belangstellenden in ziekenverpleging op 4 en 5 October 1892, in het Wilhelmina-Gasthuis te Amsterdam', Bijvoegsel van het Maandblad voor Ziekenverpleging, jg 3 nrs 2 en 3 (1892) 34-83.*
  • Wiegman, Nanny, 'Gij completeert zijn arbeid: over de professionalisering van het verpleegkundig beroep (1880-1925)', Tijdschrift voor de Geschiedenis der Geneeskunde, Natuurwetenschappen, Wiskunde en Techniek. Gewina, jg 19, nr 4 (1996) 296-312.*

 * geraadpleegd bij het samenstellen van dit dossier

<
>

Meer lezen over Frederike Meyboom?

Onze tips: 

  • Hillo, Jan van, 100 Jaar zuster Meyboom televisie-uitzending 19 maart 1971 (tekst interview NCRV, Hilversum, 1971).*
  • Meyboom, F., Grepen uit de geschiedenis van zorgen en verzorgen (Amsterdam, 1970).*
  • Rijpstra-Verbeek, Mimi, Dienend in het wit. Het levensverhaal van zuster F. Meyboom (Lochem, 1962).*


* geraadpleegd bij het samenstellen van dit dossier

<
>

Voortrekkers, pioniers en rolmodellen

De verpleegkunde heeft zich sinds 1850 ontwikkeld dankzij de werkkracht van duizenden vrouwen en mannen. Hun namen zijn onbekend. Soms waren er verpleegkundigen die vooruitstrevende ideeën hadden of die een nieuwe weg in durfden te slaan. Zij staken hun nek uit en staan daarmee aan de basis van nieuwe ontwikkelingen. In dit dossier geven we deze voortrekkers een podium. Lees hier wat deze pioniers betekend hebben voor de professionalisering van de verpleegkunde.

Lammie Hadders (1931-2015)

Lammie Hadders was verpleegkundige, docent en een van de grondleggers van de hbo-v in Groningen. In 1992 ontving zij een koninklijke onderscheiding als dank voor haar zeer betekenisvolle carriere. 

<
>

De loopbaan van Lammie Hadders

Lammie Hadders werd op 1 april 1931 geboren in het Drentse Benneveld. Hadders startte in 1955 met de A-opleiding in het St. Elisabeth Gasthuis te Haarle. In 1959 behaalde zij haar diploma, waaraan zij vervolgens ook de kraamaantekening toevoegde. In 1960 ging Hadders aan de slag in het Academisch Ziekenhuis Groningen als hoofdverpleegkundige van het beademingscentrum en infectiepaviljoen. In 1967 vertrok Hadders naar de Verenigde Staten om haar ‘blikveld te verruimen’, aldus Hadders in een interview in 2011.

Anderhalf jaar later keerde zij terug naar Nederland en behaalde in het Amsterdamse Binnengasthuis het B-diploma. Vervolgens volgde Hadders de mentrixcursus in het Academisch Ziekenhuis te Utrecht en ging zij werken in het Groningse Diaconessenhuis als hoofd verplegingsdienst.
Hadders stond aan de basis van de Groningse hbo-v. Vanaf de start in 1978 was zij daar docent en vele jaren directeur. Zij ontving in 1992 de Koninklijke onderscheiding Ridder in de Orde van Oranje-Nassau, verleend vanwege haar rol als oud-directeur van de afdeling Verpleegkunde van de sector gezondheidszorg van de Rijkshogeschool te Groningen.
Evelyn Finnema, Chief Nursing Officer, herinnert haar anno 2023 als “een bijzondere vrouw. Zij was nog directeur van de hbo-v toen ik in 1986 begon en gaf aan alle eerstejaars het openingscollege. Een indrukwekkende persoon waar alle studenten diep in hun hart een beetje bang voor waren. Waar het college over ging? Geen idee, ik weet alleen nog dat ze begon met de bepaald niet hoopgevende zin dat we nu nog enthousiast waren, maar dat na 4 jaar de helft zou zijn afgevallen en gestopt. Volgens mij viel dit gelukkig uiteindelijk wel mee, maar haar boodschap is mij altijd bijgebleven en is vandaag de dag actueler dan ooit”.
Vroukje Admiraal vertelt over Hadders: “ik werkte eerst samen met haar bij de opleiding in het Diaconessenhuis. Later solliciteerde ik op 1 april 1981 (Lammie haar 50e verjaardag) bij haar naar de functie docent verpleegkunde. Ik heb ook daar weer plezierig met haar samengewerkt. Ze woonde meerdere bijeenkomsten van de ICN international Council of Nurses bij o.a. in Taiwan”.
Peter Koopman zegt over haar: Ik leerde Lammie kennen in 1978 als hoofd van de pas opgerichte HBOV te Groningen. Als verpleegkundig directeur van Reigersdaal te Heerhugowaard een zorginstelling voor verstandelijk gehandicapten zocht ik aansluiting om stageplaatsen voor HBOV-ers te gaan bieden. De HBOV Amstelveen vond dat werkveld niet specifiek verpleegkundig gericht (!) en verleende geen medewerking. Ik wist dat dit werkveld expliciet wel was opgenomen bij de start van de HBOV in 1972 . En Lammie wilde ons helpen, dus vanuit Groningen kregen we in Noord Holland studenten uit Groningen. Later werd Dick Twisk één van de HBOV-ers van Reigersdaal lid van de eerste officiële evaluatiecommissie HBOV. Lammie kan daarmee ook in de eregalerij gezet worden van verpleegkundigen, die de meer pedagogische accentuering binnen het basisverpleegkundig beroep bevorderde. Lammie wist dat veel bewoners kampen met ernstige meervoudige handicaps. Dus ook somatisch verpleegkundige opgaven, ook psychiatrisch verpleegkundige opgaven naast orthopedagogische opgaven c.q. begeleidingskwaliteiten”.
Lammie Hadders was lid van de Den Treekgroep, een netwerk van invloedrijke verpleegkundigen. Oud voorzitter van die groep, Hanneke Hillmann, vertelt over Hadders: “Ze was naast een goede verpleegkundige ook heel erg aardig. Ik heb op haar verzoek bij haar afscheid in december 1991 een speech gehouden. Wat ik me wel herinner en bijzonder vond was dat haar beide ouders daar ook nog bij aanwezig waren”.
Lammie Hadders werkte verder aan projecten in Oost Europa. Zij had altijd veel zorg voor haar ouders ondanks dat ze in Groningen woondew. Van 1998-2012 was ze weer woonachtig in Benneveld en bleef sociaal zeer actief onder andere voor de Kerk in Zweeloo.
Ze overleed op 15 februari 2015 in het Aleida Kramer huis te Coevorden.
Haar broer was jarenlang eigenaar van de boerderij aan de Mepperstraat 11, tegenwoordig bekend als het Buitengasthuis.

Meer weten over het ontstaan van de hbo-v Groningen: https://www.burola.nl/wp-content/uploads/2023/03/Het-ontstaan-vd-Academie-Gezondheidszorg-Noord-Nederland.pdf

<
>

J. C. (Jeanne) van Lanschot Hubrecht (1865- 1918)

Jeanne van Lanschot Hubrecht was een kritische, strijdlustige verpleegster uit de begin periode van de professionalisering van het beroep. Ze was actief bij de vakbond Nosokómos, liet zich horen op het internationale podium en speelde een belangrijke rol bij de strijd voor vrouwenkiesrecht.

<
>

De loopbaan van Jeanne

Jeanne Carolina van Lanschot kwam op 18 juni 1865 in Breda ter wereld. Over haar jeugd en opleiding is weinig tot niets bekend. Haar opleiding heeft zij -waarschijnlijk - als la Soeur in Zwitserland gevolgd, in het tegenwoordige universitaire ziekenhuis van Lausanne. Van 1904 tot 1905 is Van Lanschot Hubrecht secretaris van Nosokómos, de Nederlandse Vereniging tot Bevordering van de Belangen van Verpleegsters en Verplegers, opgericht in 1900. Nosokómos is de tegenhanger van de Nederlandsche Bond voor Ziekenverpleging die zeven jaar eerder, in 1893, is opgericht. Ondanks de tegenwerking van deze door artsen gedomineerde Bond groeit Nosokómos uit tot een krachtige en vooral kritische organisatie. Onder leiding van Van Lanschot Hubrecht ontwikkelen zich initiatieven als een eigen tijdschrift Nosokomos, een centraal bureau voor particuliere verpleging en een pensioenfonds. 

Na haar secretaresseschap publiceert zij tot 1912 meerdere artikelen in het orgaan van de Nederlandse Vereniging, Nosokómos (1900-1928) en pleit zij voor een soort particuliere opleiding waarmee zij heeft kennis gemaakt in het buitenland. Dit soort opleidingen waren echter duur en slechts weinig verpleegkundigen konden het lesgeld betalen. Tussen 1912 en 1916 wordt zij vier keer gekozen tot presidente van de Nosokómos. In die tijd pleit ze continu voor een staatsopleiding en staatsexamens voor de verpleging.

International 

In 1899 wordt de International Council of Nurses (ICN) opgericht. De Nederlandse verpleging wil graag lid worden van deze belangrijke organisatie en stuurt in 1907 zowel een delegatie van de Nederlandsche Bond als van Nosokómos – met Van Lanschot Hubrecht als één van de afgevaardigden. Er kan echter maar één organisatie per land lid zijn. De ICN kiest voor Nosokómos, omdat die bond uitsluitend bestuurd wordt door verplegers en verpleegsters zelf. Van Lanschot Hubrecht is vanaf dat moment internationaal in beeld en nauw betrokken bij de ICN. Zo wordt ze op 25 juli 1909 gekozen als secretaresse, onder Mrs. Hampton Robb, de voorzitter. Na de dood van Hampton Robb in 1910 neemt van Lanschot Hubrecht haar voorzitterschap over.

Vrouwenkiesrecht en vrede 

Naast haar werk voor de vakbond Nosokómos en de ICN is Van Lanschot ook actief in de beweging die zich sterk maakt voor het kiesrecht voor vrouwen. Samen met Aletta Jacobs, een goede vriendin, reist ze stad en land af om te pleiten voor vrouwenkiesrecht. Met haar rijzige gestalte is zij op foto’s uit die tijd meteen te herkennen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog steekt ze haar nek uit door openlijk te pleiten voor vrede. Ze is van mening dat medici en verpleegkundigen massaal werk zouden moeten weigeren om zo te oorlog te bekorten. Deze visie wordt haar bepaald niet in dank afgenomen door de medische en verpleegkundige beroepsgroep.

Sterke wil 

In 1918 sterft Van Lanschot Hubrecht in het Emma Kinderziekenhuis te Amsterdam, vermoedelijk aan de gevolgen van de Spaansche Griep. Volgens een vooraanstaand lid had de vakbond Nosokómos met haar dood haar ziel verloren. Door haar vroege overlijden heeft ze de doelen die ze nastreefde, zoals vrouwenkiesrecht en staatsinmenging in de verpleging, niet meer kunnen waarmaken. De vrouwenbeweging en Nosokómos verloren in 1918 een krachtige persoonlijkheid met een sterke wil om zaken die haars inziens onrechtvaardig of onacceptabel waren, te veranderen. Jeanne van Lanschot Hubrecht heeft met haar kritische instelling een onmisbare rol gespeeld in het bewustwordingsproces van de verpleegkundige beroepsgroep van verpleegkundigen.

<
>

Claartje van Aals (1922-1943)

Claartje van Aals was van 1940 tot 1943 verpleegster in het Joods psychiatrisch ziekenhuis 'Het Apeldoornsche Bosch'. Naarmate de oorlog vorderde, kwam Claartje, van joodse huize, steeds meer in het nauw. Patienten en personeel werden op 21 januari 1943 weggevoerd.  

<
>

De loopbaan van Claartje

Claartje van Aals, officieel Klara geheten, wilde als jong meisje al de verpleging in. Ze zag dat als haar roeping. Claartje, van liberaal-joodse komaf, was aanvankelijk te jong, maar in 1940 zag ze haar kans schoon en solliciteerde ze op 18-jarige leeftijd op een advertentie van het Apeldoornsche Bosch. Deze psychiatrische instelling, opgericht in 1909, was bestemd voor Joodse patiënten en hield zich volledig aan de Joodse rituelen. Het was een moderne inrichting met progressieve ideeën. Voor de Joodse Claartje van Aals was kiezen voor een Joodse instelling in 1940 de enige optie.

Zuster Van Aals

Vanuit Utrecht vertrok Claartje van Aals met de trein naar Apeldoorn. Haar oom, die in Apeldoorn woonde, begeleidde haar. Het was immers oorlog en een jong meisje alleen op reis was gevaarlijk.

Haar eerste dag in het ziekenhuis was spannend. Na een preek van de directeur mocht ze naar haar kamer in het zusterhuis, wat ze maar een ‘rotkamer’ vond. Er waren geen kasten om je spullen in op te bergen. Tijdens het middageten, zuurkool met een appel, werd Claartje van Aals meteen ingewijd in haar nieuwe functie: of zuster van Aals maar even wilde gaan staan! In de middag maakte ze kennis met de patiënten, wat een flinke schok voor haar was.

‘Ik word vast een goede verpleegster’

De eerste periode in het ziekenhuis had Claartje veel heimwee en moest ze regelmatig huilen. Het schrijven van brieven hielp haar door de moeilijke begintijd heen. Tegelijk genoot ze van het werk, ook al bestond dat nog vooral uit soppen en schoonmaken van kamers. Gaandeweg leerde ze het vak van verplegen, zoals dat er een scherm om het bed moest als ze een patiënt de po moest geven. Haar collega’s vonden haar lief en zorgzaam voor de patiënten. Op haar vrije dag ging de levenslustige Claartje in haar eentje op pad, wat ze erg saai vond. Tijdens zo’n uitje kwam ze erachter dat het voor Joden verboden was om naar de bioscoop te gaan. Het was een van de eerste uitingen van het weren van Joden uit het openbare leven.

Deportatie 

Naarmate de tijd vorderde, kwam de dreiging van de deportatie dichterbij. De verboden voor Joden, de razzia’s in Amsterdam en de bombardementen namen toe. Claartje volgde dit nieuws op de voet. Tussen de dagelijkse bezigheden door begon ze zich ernstig zorgen de maken en de angst om wat er met de Joden in Amsterdam gebeurde, greep haar naar de keel. Vanaf maart 1942 vertrok het niet-Joodse personeel uit het Apeldoornsche Bosch om vervangen te worden door Joodse medewerkers. Enkele maanden later naaide Claartje de Jodenster op haar jas en moest ze haar fiets inleveren. Deportatie was nog een kwestie van tijd en Claartje vroeg zich regelmatig af wanneer ze naar Polen getransporteerd zouden worden. Op 21 januari 1943 was het zover. ‘Vandaag gaan we foetsie’, schreef Claartje in de laatste brief aan haar vriendin. Samen met 1.023 patiënten en 46 personeelsleden werd zuster van Aals via kamp Westerbork gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Op 5 februari 1943 kwam ze daar om.

Twee vriendinnen

Dat we het verhaal van zuster van Aals zo gedetailleerd weten, komt omdat Claartje een fervent brievenschrijfster was. Dat hielp haar de heimwee te verdrijven. Dagelijks schreef ze lange epistels aan Aagje Kaagman, haar hartsvriendin in Utrecht. Bij de 50-jarige herdenking van de ontruiming van het Apeldoornsche Bosch kwam er voor het eerst openlijk aandacht voor de deportatie uit 1943. Suzette Wijers maakte de documentaire ‘Het Apeldoornsche Bosch’ en gebruikte hierbij enkele brieven, die door Aagje Kaagman zorgvuldig waren bewaard. De overgebleven brieven heeft de documentairemaakster vervolgens verwerkt in het indrukkende boekje ‘Als ik wil kan ik duiken…Brieven van Claartje van Aals, verpleegster in de Joods psychiatrische inrichting Het Apeldoornsche Bosch, 1940-1943’. De verpleging is Aagje Kaagman dankbaar dat ze de briefwisseling met Claartje van Aals bewaard én vrijgegeven heeft.

<
>

Jan Bastiaanse (1950-1997)

Jan Bastiaanse werkte als verpleegkundige lange tijd in het ziekenhuis, waar hij zich inzette voor Integrerend Verplegen. In 1993 werd hij de eerste directeur van het Landelijk Centrum Verpleging en Verzorging, het LCVV. Hij vond dat de oprichting van het LCVV een mijlpaal in de geschiedenis van de verpleging.

<
>

De loopbaan van Jan

Jan Bastiaanse, geboren in 1950, volgde de opleiding tot algemeen verpleegkundige in het Zuidwal Ziekenhuis te Den Haag. Hij was een actieve en kritische leerling-verpleegkundige. Hij richtte een leerlingenraad op en was actief in de vakbond en in de beroepsorganisatie. Dat hij uit frustratie niet gestopt is met zijn opleiding, had volgens hem alles te maken met de bezielende leiding van Joukje von Nordheim, die op dat moment het hoofd van de opleiding was.

Van leerling tot docent

Na zijn opleiding vertrok Jan Bastiaanse naar Australië, waar hij 2 jaar verbleef en de nodige werkervaring opdeed. De avonduren werden gebruikt om nog een extra opleiding ‘groepsleiding’ te volgen. 

Integrerende Verpleegkunde

In 1982 startte Jan Bastiaanse als stafmedewerker van de verplegingsdienst in het Maria Ziekenhuis in Tilburg. Later werd hij daar sectormanager, waarbij hij leiding gaf aan de chirurgische verpleeg- en behandelafdelingen. Als lid van de staf gaf hij mede vorm aan het beleid van het Maria Ziekenhuis, dat voortdurend bezig was nieuwe wegen in te slaan.

Ook de avonduren bleven gevuld, deze keer met de universitaire studie Sociologie met als speerpunten arbeid en organisatie. Als een van de eersten in Nederland publiceerde hij met een collega al in 1987 een innovatief artikel over het gebruik van de computer in de verpleging. Zijn belangstelling voor vernieuwing in de verpleging kwam ook tot uitdrukking in het voorzitterschap van het Netwerk Integrerende Verpleegkunde Ontwikkeling Nederland (het NIVO-N), een positie die hij 5 jaar lang vervulde.

Directeur van het LCVV

Met de oprichting van het Landelijk Centrum Verpleging en Verzorging, het LCVV, kwam 1 van de 21 aanbevelingen van de Commissie Werner tot bloei. Het nieuwe Centrum, dat de verdere professionalisering van de verpleging moest ondersteunen, zag op 13 oktober 1993 officieel het licht. In een vlammend betoog in ‘t Spant te Bussum presenteerde Jan Bastiaanse, de nieuwe directeur, zijn visie op de rol van het LCVV. Zijn wens was dat de ‘oprichting van het Centrum (d.i. het LCVV) een mijlpaal vormt in de geschiedenis van de verplegende en verzorgende beroepen en de overgang naar een nieuw tijdperk’.

In een 8-tal actiepunten lichtte hij zijn plannen vervolgens toe. Veel van de actiepunten zijn daarna opgepakt, maar konden niet door hemzelf uitgevoerd worden. Een ernstige ziekte verhinderde dat. Op eigen verzoek trad Jan Bastiaanse in 1996 terug als directeur van het LCVV en werd adjunct-directeur. Zijn opvolgster werd Hanneke Hillmann. Op 18 juli 1997 overleed Jan Bastiaanse. Ter nagedachtenis aan hem is door het LCVV de Jan Bastiaanse Prijs in het leven geroepen.

<
>

Beantwoord deze vraag en ontdek welke themadossiers voor jou interessant zijn.

De voor jou geselecteerde dossiers verschijnen naast elkaar. Je kunt via het pijltje in de rode balk aan de zijkant van het dossier verder klikken.

Verberg Ontdek wat deze site jou te bieden heeft