Verplegers
In de tweede helft van de 19e eeuw verdreven beschaafde dames geleidelijk de ongeschoolde zaalknechten en -meiden. Deze dames zouden van nature en vanwege hun opvoeding beschikken over passende kwaliteiten voor ziekenverpleging. Toch bleef er plaats voor mannen in de verpleging, vooral in de ‘krankzinnigenverpleging’. Ze moesten zich wel beperken tot het verplegen van mannelijke patiënten. Leidinggevende functies waren niet voor hen weggelegd. De doorstroming onder verplegers was minder groot dan onder verpleegsters, die vaak vertrokken als ze trouwden. In 1906 richtten verontruste verplegers een eigen beroepsorganisatie op, de ‘Nederlandsche Verplegers Vakvereeniging’ (NVV). Hun uitgangspunt was dat mannen vooral door mannen en vrouwen door vrouwen verpleegd moesten worden.