Pioniers in aidsverpleging

Toen in het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam in 1987 de eerste aidsafdeling open ging, was daar al een periode van grote angst en paniek aan voorafgegaan. Wat was dit voor besmettelijke en vooral dodelijke ziekte en hoe er mee om te gaan? Lees en beluister hier de verhalen van 6 verpleegkundigen, die vanaf 1982 de eerste aidspatiënten verpleegden en daarmee echte pioniers zijn.

De eerste berichten (1981)

Op 5 juni 1981 verscheen in het weekblad van het Amerikaanse Centers for Disease Control (CDC) een verontrustend rapport. Binnen enkele maanden werd er bij 5 jonge en tot voor kort gezonde mannen uit Los Angeles een zeldzame, maar dodelijke vorm van longontsteking vastgesteld. In de maanden erna groeide het aantal diagnoses alarmerend. De medische wereld stond met de handen in het haar en zag hoe een onbekend virus in korte tijd vele slachtoffers eiste. Vanwege het grote aantal homomannen dat door de ziekte werd getroffen, kreeg de ziekte al snel het label Gay-Related Immune Deficiency. Later kreeg de ziekte de naam Acquired Immune Deficiency Syndrome of aids. Hoewel duidelijk werd dat iedereen aids kon krijgen, veroorzaakte deze nieuwe, zeer besmettelijke en dodelijke ziekte grote paniek en homofobie in de Verenigde Staten.

<
>

Reacties

T. Huisman 08-07-2018

Ik weet nog wel iedere dag las je wel een artikel over in de krant over Aids. Ook in opiniebladen zoals in Hervormd Nederland en in de H.P. en Vrij Nederland verschenen er reportages van mensen die in een rolstoel terecht gekomen waren door Aids. Het kaposi-sarcoom zag je op het gezicht en op de armen. Eenzaam sleten ze hun dagen in hun flat en van een sociaal leven was geen sprake meer. Eerst hadden ze een bloeiend succesvol leven en waren graag gezien en populair maar de meeste mensen wisten niet wat het was en waren bang om besmet te raken met het virus omdat voorlichtingscampagnes uitbleven omdat Destijds President Ronald Reagan er geen noodaak in zag mensen te waarschuwen. Wou het geld aan kernraketten uitgeven vandaar kwam die campagne laat op gang. iedereen kon zich beging jaren tachtig aanmelden bij de bloedbank om voor geld hun bloed af te staan en waren onkritisch ten aanzien van risicogroepen zoals heroine verslaafden die heroine intraveneus injecteerden en die gezamenlijk elkanders naald deelden. De badhuizen in New York waren de boosdoener bij de verspreiding van dit virus onder stewards die tijdens een tussenstop zo"n badhuis bezochten. De sluiting van die badhuizen is te laat op gang gekomen waardoor het nog welig kon tieren. Jonge knappe succesvolle mensen bleken er ziek van te worden en het bleek een mysterie te zijn in het begin waar het vandaan kwam. In het begin heerste er veel onwetendheid en paniek onder de burgerbevolking. Er is ook een documentaire uitgezonden op t.v. met iemand die zijn levensloop beschreef en het over de zidovudine een oud anti cytostatica die het virus bleek te remmen en waar toen de meesten met hiv wel baat me hadden. had en bloedtransfusies die hij kreeg maar er was nagenoeg niets voor. Nu zijn er betere medicijnen en je kunt het voorkomen met prep, en in het beging ging er geen dag voorbij of men had het er wel over. In het begin jaren tachtig was dit het nieuws van de dag. , .

In het kader van de Internationale Aidsconferentie 2018 is de korte film Voices of the Epidemicngemaakt. Hierin vertellen mensen hoe hun ervaringen en hun verhalen over HIV. Verpleegkundigen Tineke van der Kruk en Nienke Langebeek zijn aan het woord en vertellen hoe zij hun patiënten in de jaren ’80 begeleidden. 

<
>

Aids Memorial Day

<
>

Aids in Nederland (1982)

De eerste gevallen van aids doken in Nederland op in 1982. Aanvankelijk was men bang voor ‘Amerikaanse’ toestanden, waarbij angst en paniek werden afgereageerd op kwetsbare groepen in de samenleving. Ook was er grote bezorgdheid dat de Nederlandse gezondheidszorg niet voorbereid was op zo’n hoog aantal nieuwe patiënten. Achteraf bleek de inschatting van het aantal patiënten te hoog. Aids nam in Nederland uiteindelijk geen Amerikaanse proporties aan. Vanaf het begin voerden de in Nederland verantwoordelijke organisaties een beleid dat erop was gericht om paniek te voorkomen. Het resulteerde in de opening van de eerste Nederlandse aidsafdeling in het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam in 1987. De afdeling ontwikkelde zich tot een eigenzinnige afdeling, waar verpleegkundigen met grote betrokkenheid en deskundigheid verpleegden.

<
>
<
>

Home

Welkom op de website van het FNI. Hier vind je allerlei themadossiers over de geschiedenis van de verpleging en verzorging. Ontdek hoe het vak zich door de jaren heen ontwikkeld heeft. Maak kennis met belangrijke vrouwen uit het vak. En deel deze informatie met anderen.

De wijkverpleegkundige: Van alle markten thuis!

Deze tentoonstelling laat de diversiteit van het beroep zien en benadrukt de zichtbaarheid van verpleegkundigen.

Bekijk dit dossier

Van verbandmeester tot verpleegkundige

Fabriekszuster, verbandmeester, arboverpleegkundige. Dit beroep kent door de tijd heen veel namen...

Bekijk dit dossier

Kitty Verbeek (1919–2007)

Bekijk dit dossier

Aan het front van de samenleving

Lees in deze tentoonstelling over het cruciale werk van verpleegkundigen en verzorgenden ... aan het front van de samenleving!

Bekijk dit dossier

Kraamzorg thuis

In Nederland was thuis bevallen de normaalste zaak van de wereld, ook nadat in andere westerse landen de medicalisering van de geboorte toenam. Nederlandse vrouwen kregen hun baby lange tijd liever thuis dan in het ziekenhuis. De kraamzorg heeft dus een lange historie.Toch daalt het aantal thuisbevallingen aanzienlijk. Hoe gaat dat verder en wat betekent die afname voor het beroep van kraamverzorgende? In dit dossier vind je de geschiedenis van de kraamzorg vroeger en nu.

Hall of Fame

Wie zijn ze, die vrouwen en mannen uit de geschiedenis die het beroep van verpleegkundige en verzorgende groot gemaakt hebben? Natuurlijk kent iedereen Florence Nightingale wel, maar al die andere ambassadeurs en voorbeelden verdienen ook onze aandacht. Hier zijn ze!

Verplegen in de wijk

Wijkverpleging staat volop in de schijnwerpers. Vergrijzing en bezuiniging maken dat de thuiszorg op een andere manier georganiseerd moet worden. Huishoudelijke hulp komt bij gemeenten te liggen, terwijl verpleging en verzorging een taak van de wijkverpleging blijven. De roep om de ‘ouderwetse wijkverpleegster’ weerklinkt. De vraag is dan natuurlijk wat voor iemand dat was. Lees hier alles over de geschiedenis en historie van de wijkverpleging.

Verplegen in het ziekenhuis

Waar verplegen we de patiënt. Thuis of in het ziekenhuis? Tegenwoordig worden patiënten - onder andere uit kostenoverwegingen - eerder naar huis gestuurd dan 25 jaar geleden. Verpleegkundigen krijgen daarom steeds meer alleen met ernstige zieken te maken. Hoe was dat in de 19e en de 20e eeuw? Hoe zagen ziekenhuizen er uit? Bestonden verpleegkundigen al en wat deden ze toen? Lees hier alles over de geschiedenis en de historie van het ziekenhuis.

De GGZ

Mensen met psychische stoornissen blijven tegenwoordig zo lang mogelijk thuis wonen. Ze worden ambulant behandeld of zelfs via internet. Patiënten heten cliënten. Oppassers en bewaarders hebben plaatsgemaakt voor verpleegkundigen of verpleegkundig specialisten in de GGZ. Lees hier meer over de geschiedenis en de historie van de GGZ.

Verplegen in de Z

Eeuwenlang zijn termen voor verstandelijk gehandicapten en psychiatrische patiënten door elkaar gebruikt. De haast eindeloze opsomming varieert van zwakzinnigen tot idioten, debielen, imbecielen, achterlijken, onvolwaardigen, onmaatschappelijken, onnozelen, waanzinnigen, gekken en dwazen. Bij verstandelijk gehandicapten of zwakzinnigen is er altijd sprake van gebrekkige verstandelijke vermogens. Het is een groep die niet of moeilijk voor zichzelf kan zorgen. De kwetsbaarheid is gebleven, maar tegenwoordig spreken we over ‘mensen met mogelijkheden’. Hoe komt dat zo? Lees hier alles over de geschiedenis en historie van de zorg voor verstandelijk gehandicapten.

Gezinszorg

De professional die organisatorische taken in een gezin overneemt, heet sinds 1997 verzorgende of helpende. Ook namen als thuisbegeleidster, ouderenhelpster of gezinshulp komen voor. Ze zijn afgeleid van de beroepsbeoefenaren die vanaf begin 20e eeuw in de gezinsverzorging werkzaam waren. Zij waren de praktische vervangsters van moeders, die hun taken in het gezin niet konden vervullen. Er werden hoge eisen aan hen gesteld. Hoe is het beroep van huisverzorgster - zoals de gezinsverzorgende vroeger heette - veranderd? Lees hier alles over de geschiedenis en de historie van de gezinszorg.

1895 - 1945

Particulier initiatief

In de 19e eeuw was de zorg voor het gezin de taak van de moeder. Als zij ziek was, had dat vaak dramatische gevolgen. Het grootste risico liepen arme huishoudens waar de vader en moeder allebei moesten werken. Het inkomen viel weg en het huishouden ontspoorde. Om ontwrichting van die gezinnen te voorkomen, riepen vermogende particulieren vanaf 1895 verenigingen in het leven. De eerste was ‘Hulp in het Huisgezin’ in Deventer en daarna volgden initiatieven in andere steden in hoog tempo. Ook de verzuilde kruisverenigingen, die vanaf het eind van de 19e eeuw het licht zagen, richtten zich op verbetering van verzorging van het gezin.

<
>

Canon van de gezinszorg

Een overzicht van de lange geschiedenis van de gezinsverzorging.

Bekijk dit dossier

’Hulp in de Huishouding’

Deze helpster van de Katholieke Vereniging ‘Hulp in de Huishouding’ vervangt de moeder in het gezin. Ze schenkt koffie voor vader en verstelt tussen de bedrijven door het linnengoed met de Singer naaimachine. Het kindje kijkt onwennig naar deze rijzige dame in wit uniform.


Periode
  • Van 1939 tot 1940





<
>

Handnaaimachine

De komst van de naaimachine verlichtte het werk van gezinsverzorgsters enorm. Het stoppen van sokken en kousen bleef een hele klus, maar dankzij de handnaaimachines, waarvan het merk Singer buitengewoon populair was, konden intensieve naaiklussen en verstelwerk sneller uitgevoerd worden. Tijdens de opleiding kwam ...

... het werk met hand- of trapnaaimachine ook aan bod. Men moest stukjes in lakens, overalls of blousjes kunnen zetten, en geblokte of gebloemde stoffen op een goede manier kunnen verstellen.


Periode
  • Van 1880 tot 1940





<
>

Beantwoord deze vraag en ontdek welke themadossiers voor jou interessant zijn.

De voor jou geselecteerde dossiers verschijnen naast elkaar. Je kunt via het pijltje in de rode balk aan de zijkant van het dossier verder klikken.

Verberg Ontdek wat deze site jou te bieden heeft