Aafke Gesina van Hulst (1868-1930)

Aafke Gesina van Hulst is de pionier van de wijkverpleging in Nederland. In 1894 begon zij met wijkverpleging op de kaart te zetten. Twee jaar later richtte zij een vereniging op die in 1902 aansluiting vond bij het Groene Kruis.

Aafke Gesina van Hulst (1868-1930)

Aafke Gesina van Hulst is de pionier van de wijkverpleging in Nederland. In 1894 begon zij in Harlingen met een vorm van wijkverpleging. 2 jaar later richtte zij een vereniging op die in 1902 aansluiting vond bij de Vereniging het Groene Kruis. Dankzij haar inzet verspreidde het Groene Kruis zich over heel Friesland. 

<
>

Groepsportret van de eerste cursus wijkverpleging, met rechts Aafke Gesina van Hulst en naast haar ds. Fleischer

<
>

Sociale afkomst

Aafke Gesina van Hulst (of ‘Sien’ zoals haar familie haar noemde) kwam op 28 januari 1868 als domineesdochter in Harlingen ter wereld. Zij groeide op binnen een vooraanstaande familie die zeer betrokken was bij de gemeente en zich inzette voor de arme gezinnen van Harlingen. Dat Aafke van Hulst opgroeide in een doopsgezind milieu heeft zeker bijgedragen aan haar grote gevoel van sociale rechtvaardigheid, haar soberheid, en misschien ook wel aan het feit dat ze een beetje uit de hoogte was.

<
>

Cursusboek bakeren

Geschreven door Aafke Gesina van Hulst en uitgegeven door de Provinciale Friesche Vereeniging Het Groene Kruis. Er moeten van dit boek zeer veel exemplaren in omloop zijn geweest want de 13e druk uit 1928 draagt de vermelding 14e duizendtal. Toch is hiervan vrijwel niets bewaard gebleven. Er zijn geen exemplaren ...

... meer aanwezig in Nederlandse bibliotheken. Het Florence Nightingale Instituut bezit naast de uitgaven uit 1914, 1918, 1922 en 1928 ook de eerste druk uit 1904. Hierin is een door Aafke zelf met de hand geschreven pagina geplakt, met een aanvulling bij de paragraaf over het gebruik van zuigflessen. De pagina is ondertekend met 'Harlingen december 1904' en haar naam.

 


Periode
  • Van 1904 tot 1928





<
>

Eigen initiatief

Aafke van Hulst begon haar werk in de wijk in 1894, nog voor dat de Vereniging Het Groene Kruis was opgericht. Wijkverpleging als georganiseerd beroep was in Nederland, in tegenstelling tot in Engeland, nog een vrij onbekend fenomeen. Geïnspireerd door huisarts dr. P.H. van Eden startte Aafke op eigen initiatief met wijkverpleging in Harlingen. Van hem leerde zij veel over het verplegen van zieken. Hij steunde haar in haar werkzaamheden en beiden waren zij groot voorstander van ‘huisverpleeging door gediplomeerde zusters’. Ook in andere delen van Nederland, bijvoorbeeld in Rotterdam, begon men op die manier met wijkverpleging. Ongewoon was wel dat Aafke Van Hulst dit geheel op eigen houtje deed en dus niet vanuit georganiseerd verband.

<
>

Marianne van Driel Krol (1920-2003)

Marianne van Driel Krol werd in 1920 in Haarlem geboren. Zij zette zich in voor één brede basisopleiding voor verpleegkundigen. Haar initiatieven op het gebied van wet- en regelgeving waren doorslaggevend voor de ontwikkeling van de verpleegkunde in de 20e eeuw .

Marianne van Driel Krol (1920-2003)

Marianne van Driel Krol zette zich in voor één brede basisopleiding voor verpleegkundigen. Haar initiatieven op het gebied van wet- en regelgeving waren doorslaggevend voor de ontwikkeling van de verpleegkunde in de 20e eeuw.

<
>

A-diploma Van Driel Krol

A-diploma, uitgereikt op 21 juni 1949, na een opleiding in het St. Elisabeth Ziekenhuis of Groote Gasthuis te Haarlem.


Periode
  • 1949





<
>

Het begin van haar carrière

Marianne van Driel Krol kon door de Tweede Wereldoorlog haar studie medicijnen niet afmaken en daarom begon ze in 1946 op 26-jarige leeftijd aan de opleiding Ziekenverpleging A in het Elisabeth Ziekenhuis in Haarlem. Daarna volg de B-opleiding en een opleiding tot wijkverpleegkundige in het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam. Ze werkte enkele jaren als districtverpleegkundige voor tuberculosebestrijding in IJmuiden. Aan het eind van de jaren ’50 maakte ze de overstap naar het verpleegkundig onderwijs en werkte ze twee jaar als hoofdverpleegster-docente in ‘Meer en Bosch’ in Heemstede. In 1955 werd ze voorzitter van het hoofdbestuur van de Nationale Bond van Verplegenden en bestuurslid van de International Council of Nurses (ICN).

<
>

Rapport over een patiënt

Het rapport is ingevuld en ondertekend door Marianne van Driel Krol op 25 september 1950. Het beschrijft de waarnemingen bij een patiënt met een toeval.


Periode
  • 1950





<
>

Hall of Fame

Wie zijn ze, die vrouwen en mannen uit de geschiedenis die het beroep van verpleegkundige en verzorgende groot gemaakt hebben? Natuurlijk kent iedereen Florence Nightingale wel, maar al die andere ambassadeurs en voorbeelden verdienen ook onze aandacht. Hier zijn ze!

Florence Nightingale (1820-1910)

Overal ter wereld is Florence Nightingale het symbool van het beroep van verpleegkundige. Hoewel er tegenwoordig ook kritische geluiden te horen zijn, kan Florence Nightingale terecht beschouwd worden als de grondlegster van de moderne verpleegkunde. Lees hier alles over haar plaats in de geschiedenis en historie van de zorg.

Canon

Deze canon van de verpleging en verzorging geeft je een overzicht van de geschiedenis van de verpleging en verzorging door de eeuwen heen. Tussen 1830 en nu komen verplegen en verzorgen tot bloei. Hoogte- en dieptepunten, kleine en grote gebeurtenissen vormen samen deze canon van de zorg. Soms gaat het om grootse innovaties, vaak ook om kleine stapjes die in de dagelijkse praktijk werden bedacht en doorgevoerd. Het verpleegkundige vak is permanent in beweging: er worden steeds nieuwe eisen gesteld, steeds nieuwe technieken ontwikkeld, steeds nieuwe posities ingenomen. Ontdek de canon van de verpleging in dit dossier.

Anna Reynvaan (1844-1920)

Het leek voor Johanna Paulina Reynvaan niet weggelegd om verpleegster te worden. Toch was ze één van de eersten die slaagden voor het Witte Kruis diploma en speelde ze een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de verpleging. Lees haar verhaal.

Frederike Meyboom (1871-1971)

‘Ik ben altijd lastig geweest . . .’. aldus de bijna 100-jarige Frederike Meyboom in 1971. Die eigenschap was nuttig in haar carrière in de verpleging. Ze kwam op voor haar eigen ideeën. Lees hier hoe ze dat deed.

Lientje de Bussy-Kruysse (1858–1937)

Lientje Kruysse was een van Nederlands eerste gediplomeerde verpleegsters. Haar grote verdienste is dat zij kennis uit het buitenland in Nederland heeft geïntroduceerd. Zo heeft zij de wijkverpleging in diverse steden georganiseerd naar het toonaangevende Brits model.

Joukje von Nordheim (1931-2000)

Joukje von Nordheim speelde een prominente rol in de docentenbond. Internationale bekendheid verwierf ze vanwege haar voorzitterschap van de Commissie Von Nordheim. Vakmensen zagen haar als ‘het geweten’ van de verpleging bij het ministeriële departement.

Bets Bilgen (1906-1996)

Bets Bilgen was een enthousiaste en praktische verpleegkundige. Doordat ze wetenschappelijke theorieën een praktische invulling wist te geven, hielp ze de verpleging als vak verder. Haar enthousiasme, haar scherpe inzicht en haar arbeidsethos waren voor velen een belangrijke inspiratiebron.

Jeltje de Bosch Kemper (1836-1916)

Jeltje de Bosch Kemper werd op 28 april 1836 in een welgestelde familie in Amsterdam geboren. Het was niet gebruikelijk dat beschaafde meisjes werkten of studeerden. Maar Jeltje wilde zich nuttig maken en stortte zich op de verbetering van de maatschappelijke positie van vrouwen en verpleegsters.

Catharina Helena Vernède (1875-1957)

Catharina Helena Vernède hielp als jong meisje de dorpsdokter al bij zijn bezoeken. In 1895 besloot ze de opleiding tot verpleegster te volgen. Ze zette zich in voor een betere opleiding, maar ook voor meer idealisme en ethiek in de verpleegkunde.

Bep Engelberts (1898-1965)

Anna Elisabeth Wilhelmina Christine Engelberts, roepnaam Bep, beschouwde haar verpleegkundige werk in Nederland en Nederlands-Indië als de vervulling van een gewone plicht. Daarmee was ze een voorbeeld voor velen en een onmisbare steun voor de artsen met wie ze samenwerkte.

Aly van der Meij-de Leur (1928-2012)

Aly van der Meij-de Leur had een passie voor de geschiedenis van de verpleging. Vanuit die passie verzette ze essentieel werk. Volgens haar kon je uit die rijke historie leren wat verplegen is en hoe je dat vak uitoefent.

Kitty Verbeek (1919–2007)

Catharina Anna Maria (Kitty) Verbeek was een internationale professional met een duidelijke visie op het verpleegkundig vak en een hart voor de praktijk. Opleidingen voor leidinggevenden, opgericht in de jaren ‘70, zijn voor een groot deel het resultaat van haar overtuigingskracht.

Adrie Schipper (1875-1954)

Adriana (Adrie) Elisabeth Schipper ging tijdens haar leven meerdere keren met de Rode Kruis Ambulance mee. Tijdens diverse oorlogen verpleegde ze aan het front gewonde soldaten. Voor haar moed en professionaliteit ontving ze in 1937 de prestigieuze Florence Nightingale Medaille.

Stichting Zuster Vernède

De Stichting Zuster Vernède richt zich op het onderzoek naar de geschiedenis van verpleging en verzorging. De stichting is vernoemd naar zuster Vernède, die in 1927 het eerste handboek voor de geschiedenis van de ziekenverpleging in Nederland schreef.

Anneke van den Bergh-Braam (1927-2014)

Anneke van den Bergh-Braam begon haar carriere als verpleegkundige. Ze studeerde vervolgens sociologie, waarna een promotie volgde. Ze werd de eerste hoogleraar Verplegingswetenschap in Nederland en produceerde diverse succesvolle leerboeken.

Jan Bastiaanse (1950-1997)

Jan Bastiaanse werkte als verpleegkundige lange tijd in het ziekenhuis, waar hij zich inzette voor Integrerend Verplegen. In 1993 werd hij de eerste directeur van het Landelijk Centrum Verpleging en Verzorging, het LCVV. Hij vond dat de oprichting van het LCVV een mijlpaal in de geschiedenis van de verpleging.

Bien van den Brink-Tjebbes (1924-2014)

Bien van den Brink was als verpleegkundige en staffunctionaris werkzaam bij de Inspectie voor de Gezondheidzorg. Ze ontwikkelde vanaf de jaren ’60 als eerste in Nederland een wetenschappelijke theorie over verplegen. Het begrip zelfzorg en holisme staan hierbij centraal.

Cora van der Kooij (1946-2018)

Cora van der Kooij heeft als verpleegkundige en historica grote invloed gehad op de ontwikkeling van het verpleegkundig én het historisch vakgebied. Met haar kritische aanpak zette ze vakgenoten aan het denken. Ze schreef tal van boeken, vooral op het gebied van Maieutisch verplegen.

Home

Welkom op de website van het FNI. Hier vind je allerlei themadossiers over de geschiedenis van de verpleging en verzorging. Ontdek hoe het vak zich door de jaren heen ontwikkeld heeft. Maak kennis met belangrijke vrouwen uit het vak. En deel deze informatie met anderen.

Kraamzorg thuis

In Nederland was thuis bevallen de normaalste zaak van de wereld, ook nadat in andere westerse landen de medicalisering van de geboorte toenam. Nederlandse vrouwen kregen hun baby lange tijd liever thuis dan in het ziekenhuis. De kraamzorg heeft dus een lange historie.Toch daalt het aantal thuisbevallingen aanzienlijk. Hoe gaat dat verder en wat betekent die afname voor het beroep van kraamverzorgende? In dit dossier vind je de geschiedenis van de kraamzorg vroeger en nu.

Verplegen in de wijk

Wijkverpleging staat volop in de schijnwerpers. Vergrijzing en bezuiniging maken dat de thuiszorg op een andere manier georganiseerd moet worden. Huishoudelijke hulp komt bij gemeenten te liggen, terwijl verpleging en verzorging een taak van de wijkverpleging blijven. De roep om de ‘ouderwetse wijkverpleegster’ weerklinkt. De vraag is dan natuurlijk wat voor iemand dat was. Lees hier alles over de geschiedenis en historie van de wijkverpleging.

Verplegen in het ziekenhuis

Waar verplegen we de patiënt. Thuis of in het ziekenhuis? Tegenwoordig worden patiënten - onder andere uit kostenoverwegingen - eerder naar huis gestuurd dan 25 jaar geleden. Verpleegkundigen krijgen daarom steeds meer alleen met ernstige zieken te maken. Hoe was dat in de 19e en de 20e eeuw? Hoe zagen ziekenhuizen er uit? Bestonden verpleegkundigen al en wat deden ze toen? Lees hier alles over de geschiedenis en de historie van het ziekenhuis.

De GGZ

Mensen met psychische stoornissen blijven tegenwoordig zo lang mogelijk thuis wonen. Ze worden ambulant behandeld of zelfs via internet. Patiënten heten cliënten. Oppassers en bewaarders hebben plaatsgemaakt voor verpleegkundigen of verpleegkundig specialisten in de GGZ. Lees hier meer over de geschiedenis en de historie van de GGZ.

Verplegen in de Z

Eeuwenlang zijn termen voor verstandelijk gehandicapten en psychiatrische patiënten door elkaar gebruikt. De haast eindeloze opsomming varieert van zwakzinnigen tot idioten, debielen, imbecielen, achterlijken, onvolwaardigen, onmaatschappelijken, onnozelen, waanzinnigen, gekken en dwazen. Bij verstandelijk gehandicapten of zwakzinnigen is er altijd sprake van gebrekkige verstandelijke vermogens. Het is een groep die niet of moeilijk voor zichzelf kan zorgen. De kwetsbaarheid is gebleven, maar tegenwoordig spreken we over ‘mensen met mogelijkheden’. Hoe komt dat zo? Lees hier alles over de geschiedenis en historie van de zorg voor verstandelijk gehandicapten.

Gezinszorg

De professional die organisatorische taken in een gezin overneemt, heet sinds 1997 verzorgende of helpende. Ook namen als thuisbegeleidster, ouderenhelpster of gezinshulp komen voor. Ze zijn afgeleid van de beroepsbeoefenaren die vanaf begin 20e eeuw in de gezinsverzorging werkzaam waren. Zij waren de praktische vervangsters van moeders, die hun taken in het gezin niet konden vervullen. Er werden hoge eisen aan hen gesteld. Hoe is het beroep van huisverzorgster - zoals de gezinsverzorgende vroeger heette - veranderd? Lees hier alles over de geschiedenis en de historie van de gezinszorg.

1895 - 1945

Particulier initiatief

In de 19e eeuw was de zorg voor het gezin de taak van de moeder. Als zij ziek was, had dat vaak dramatische gevolgen. Het grootste risico liepen arme huishoudens waar de vader en moeder allebei moesten werken. Het inkomen viel weg en het huishouden ontspoorde. Om ontwrichting van die gezinnen te voorkomen, riepen vermogende particulieren vanaf 1895 verenigingen in het leven. De eerste was ‘Hulp in het Huisgezin’ in Deventer en daarna volgden initiatieven in andere steden in hoog tempo. Ook de verzuilde kruisverenigingen, die vanaf het eind van de 19e eeuw het licht zagen, richtten zich op verbetering van verzorging van het gezin.

<
>

Canon van de gezinszorg

Een overzicht van de lange geschiedenis van de gezinsverzorging.

Bekijk dit dossier

’Hulp in de Huishouding’

Deze helpster van de Katholieke Vereniging ‘Hulp in de Huishouding’ vervangt de moeder in het gezin. Ze schenkt koffie voor vader en verstelt tussen de bedrijven door het linnengoed met de Singer naaimachine. Het kindje kijkt onwennig naar deze rijzige dame in wit uniform.


Periode
  • Van 1939 tot 1940





<
>

Handnaaimachine

De komst van de naaimachine verlichtte het werk van gezinsverzorgsters enorm. Het stoppen van sokken en kousen bleef een hele klus, maar dankzij de handnaaimachines, waarvan het merk Singer buitengewoon populair was, konden intensieve naaiklussen en verstelwerk sneller uitgevoerd worden. Tijdens de opleiding kwam ...

... het werk met hand- of trapnaaimachine ook aan bod. Men moest stukjes in lakens, overalls of blousjes kunnen zetten, en geblokte of gebloemde stoffen op een goede manier kunnen verstellen.


Periode
  • Van 1880 tot 1940





<
>

Beantwoord deze vraag en ontdek welke themadossiers voor jou interessant zijn.

De voor jou geselecteerde dossiers verschijnen naast elkaar. Je kunt via het pijltje in de rode balk aan de zijkant van het dossier verder klikken.

Verberg Voor jou geselecteerd