Assistentie bij de 'A' en'B'

Begin jaren ’50 heersten ook in de ziekenhuizen grote tekorten. Om deze tekorten op te vullen, verlaagden veel ziekenhuizen de toelatingseisen voor hun verpleegstersopleidingen. Dit zorgde voor de nodige problemen in de verpleging. In 1955 organiseerde de Voorlopige Verplegingsraad (VVR) een conferentie in Heelsum om deze problemen in kaart te brengen. Een van de belangrijke adviezen die uit deze conferentie kwam, was het instellen van een minimumeis voor de verpleegstersopleiding. Om geen kostbare werkkrachten te verliezen, pleitte men ook voor een wettelijk erkende opleiding tot verpleegsters-assistent, ofwel VERA. 

Deze opleiding moest 1,5 jaar gaan duren en besloeg grofweg het eerste jaar van de toenmalige A-opleiding verpleegkunde. De minimale leeftijd voor toelating werd ingesteld op 17 jaar. In het officiële rapport van de VVR werd de naam VERA veranderd naar ziekenverzorgster.