In nauwe samenwerking met de Geneeskundige Hoofdinspectie ontwierp de Federatie van Verpleeginrichtingen voor langdurig zieken een opleidingsplan voor de ziekenverzorgster. Voor de opleiding werd een minimumleeftijd van 18 jaar ingesteld. Als vooropleiding moest tenminste de lagere school zijn doorlopen.
Na een proeftijd van drie maanden kon de ziekenverzorgster in opleiding beginnen aan haar tweejarige opleiding. De theoretische vakken bestonden onder andere uit: ziekteleer, ethiek en praktijk der ziekenverpleging, Nederlandse taal en kookles. Op 15 september 1953 startte de eerste lichting van 130 leerlingen, verdeeld over 7 inrichtingen in het land. Het behaalde diploma gold enkel in de verpleeginrichtingen die aangesloten waren bij de Federatie. In het geval dat de ziekenverzorgster elders aan het werk ging, moest ze haar insigne weer inleveren.