Begin 19e eeuw verpleegden katholieke Zusters van Liefde en protestantse diaconessen zieke patiënten aan huis. Een alternatief voor deze religieuze thuisverpleging bood de lekenverpleging van de - in 1843 in Amsterdam opgerichte - 'Vereeniging voor Ziekenverpleging'. Na een korte, basale opleiding gingen de pleegzusters op pad. Zichzelf respecterende vrouwen gingen in die tijd niet alleen over straat en om hun veiligheid te vergroten, schreef het bestuur van de vereniging uniforme kleding voor. Door die kleding 'van gelijke vorm en kleur, net en eenvoudig' waren de pleegzusters te herkennen. De lekenverpleging was een succes en de 'Vereeniging' opende in 1857 het Prinsengracht Ziekenhuis, om pleegzusters én patiënten op te kunnen nemen.