In januari 2016 verscheen 'De Helpende Hand. De verborgen geschiedenis van de gezinszorg in Nederland'. Historicus en schrijfster Eva Vriend dook in de archieven en interviewde 10-tallen gezinsverzorgsters. Wij nodigden haar uit als gastblogger ter aanvulling van ons themadossier Gezinszorg.
Opoffering van vrijheid
‘Een ideaal vraagt altijd offers. Het eerste offer van de gezinsverzorgster zou je haar opleiding kunnen noemen. De opleiding is intern. Wat betekent: een opoffering van je vrijheid. Maar dat intern betekent ook intens. Je wordt dan ook echt opgeleid.’ Hiermee opent de folder over de katholieke internaatsopleiding van de Stichting Katholieke Gezinszorg en Gezinshulp Amsterdam.
Een ‘tweede’ opvoeding
Het waren de katholieken die meteen na de Tweede Wereldoorlog aandrongen op een internaatsopleiding voor de gezinsverzorging, naar voorbeeld van de scholing die in de jaren ‘30 in Breda was opgezet. Het aanpassen aan onbekende mensen kostte tijd, zeker bij jonge vrouwen en meisjes, betoogde de katholieke koepelorganisatie. ‘Voor velen betekende de internaatperiode een ‘tweede’ opvoeding.’
Samen leven, samen werken
De andere koepelorganisaties waren het ermee eens. ‘In het voortdurend samenzijn met de medeleerlingen heeft de gezinsverzorgster de gelegenheid te oefenen in het samen leven en werken, in het gezamenlijk tot stand brengen van een goede sfeer en huiselijke gezelligheid,’ zo staat in het gereformeerde Handboek voor de gezinsverzorging. ‘Op een internaat verwerft ze de juiste houding tegenover de neigingen en nukken van anderen en leert ze de ander te aanvaarden zoals hij is.’ De Stichting Nederlands Volksherstel nam de internaatsopleiding over als professionaliseringseis.
Niet cadeau
Om het niveau van het jonge beroep op peil te houden, woonden vertegenwoordigers van de overkoepelende Centrale Raad voor Gezinsverzorging tweejaarlijks de mondelinge examens van de opleidingsinternaten bij. ‘De spelling was bij de meesten erbarmelijk,’ schreef gedelegeerde C.A. Butter in juli 1954 over de katholieke opleiding in Nijmegen. ‘Over het algemeen kan gezegd worden dat deze groep gezinsverzorgsters het getuigschrift niet cadeau heeft gekregen. Het zal gezien het ontwikkelingspeil de nodige moeite hebben gekost, zowel aan henzelf als aan staf en docenten. Het moet voor de Nijmeegse opleiding toch een grote voldoening zijn om deze vorming te hebben mogen geven aan een groep plattelandsmeisjes, die anders stellig minder goed voorbereid het leven zouden zijn ingegaan.’
Huiselijke gezelligheid
In het Friese Bakkeveen kregen gezinsverzorgsters een opleiding aan de volkshogeschool Allardsoog. Gedelegeerde Essenhuis noteerde dat de meisjes veel respect kregen bijgebracht voor de verschillende gezindten, terwijl de vorming zelf niet levensbeschouwelijk was. Meer problemen had de inspecteur met de inrichting van het huis. In de slaapzaal stonden stapelbedden. De leerlingen zaten in de eetzaal op lange banken. Hierdoor ontstond te veel de sfeer van een jeugdherberg, ‘mijns inziens niet bevorderlijk om de leerlingen een goede smaak bij te brengen op gebied van woninginrichting en huiselijke gezelligheid’.
Meer over Eva Vriend op www.evavriend.nl