Dat jaar startte in het stadje Terborg het eerste Kraamcentrum in de regio, met vier kraamverzorgsters: Marie, Alie en twee oudere verpleegsters.
‘De kraamzorg had een bruin uniform met witte schorten, de verpleging had een blauw uniform. Eerst droegen we nog hoofddoeken, maar dat werd langzaam minder. Behalve als er luizen waren. We bleven tien dagen bij een gezin. Het loon was zes gulden per dag bruto, later iets meer.’
In Netterden hadden slechts twee gezinnen een telefoon: ‘Als er een bevalling aanstaande was, belde het kraamcentrum naar de bakker. Zij kwamen ons dan waarschuwen. De bevalling werd meestal door de huisarts gedaan. In de armere arbeidersgezinnen was dat een vroedvrouw.’