Dag zusterkapje!

Nannie's blog - september 2013 
Op Prinsjesdag showen de dames graag de mooiste hoedjes voor de camera’s en wij smullen hier mateloos van.

Maar wist u dat het zusterkapje tot 1985 ook een prachtig hoofddeksel was, dat door de verpleegkundige beroepsgroep met verve werd gedragen? Wie tegenwoordig kiest voor het beroep van verpleegkundige zal zich in eerste instantie niet druk maken over de kleding die daarbij vereist is. Of je nu kiest voor het ziekenhuis, het verpleeghuis of de thuiszorg, wat je daar draagt en hoe je eruit ziet is van relatief ondergeschikt belang. Dat was bij onze voorgangers wel anders! Vanaf het sollicitatiegesprek in het kantoor van de directrice tot diplomering en lang daarna, werd het imago van de verpleegster bepaald door het uniform en het bijbehorende kapje. Vooral het verpleegsterskapje was een onmisbaar onderdeel van het sociale imago en de persoonlijke identiteit van de verpleegster. Maar hoe zat dat dan met dat kapje?

Religieuze zusters

De vroegste verpleegsters waren religieuze zusters van katholieke of protestantse huize. Hun drijfveer was het uitdragen van hun geloofsopvatting, gevolgd door deskundige verpleging. En ook in die volgorde. Vanaf 1837 verschenen religieuze zusters in Nederland op het toneel en begonnen ze zich openlijk te bekommeren om de verpleging van zieken. Hun kleding was aan strikte, kerkelijke voorwaarden verbonden, dus ook hun hoofddeksel. Katholieke religieuzen droegen een grote witte of zwarte kap met daaraan vast een lange sluier, passend bij het habijt dat de Orde hen voorschreef te dragen. Protestantse diaconessen droegen een klein wit geplooid kapje met een grote strik onder de kin. Soms was een anders hoofddeksel vereist als de zusters zich buiten hun instelling begaven om thuisverpleging te leveren.Het diaconessenkapje wordt in Duitssprekende landen nog gewoon gedragen, maar ook in Nederland fietst nog een heuse diacones rond.

Lekenzusters

Na 1844 begonnen de eerste opleidingen voor lekenverpleegsters. Niet iedere burger bleek gediend van een religieuze verpleegster aan het bed. De kleding van deze lekenzusters was hetzelfde als die van nette burgervrouwen, met als extra toevoeging een witte schort. Ook het hoofddeksel was feitelijk meer een dameshoedje dan een verpleegsterskapje zoals we die later leren kennen. In feite leek de kleding op die van het dienstpersoneel, dat in de burgerlijke huishoudens werkzaam was. Ook Florence Nightingale werkte tijdens de Krimoorlog in haar eigen huisjapon met een schort eroverheen en ook zij droeg een eenvoudig hoedje.

Lange sluiers

Aan het eind van de 19e eeuw, als verplegen een echt beroep is geworden, komt voor het eerst het uniform met bijbehorend kapje om de hoek kijken. Vooral Anna Reynvaan, zelf geheel in het zwart gekleed zoals een directrice betaamde, zette de toon in het Amsterdamse Buitengasthuis. Zwart was ook de kleur van mannelijkheid en die kordaatheid wilde Reynvaan uitstralen. Ze kleedde op eigen kosten haar verpleegsters in een stijf gesteven wit uniform met sluier. De aanwezige doktoren vielen stijl achterover bij het zien van zoveel schoonheid. Al snel bleken de sluiers onhandig en onhygiënisch en werden ze ingekort.

Witte kapjes

Na een tijd, waarin kapjes zelfs even helemaal verdwenen, werd een korte witte sluier ingevoerd als hoofddeksel van de verpleegster. De stof van zo’n kapje volgde de mode van alledag, maar wit bleef de kleur van hygiëne en strengheid. De kapjes waren vooral makkelijk te wassen en te stijven. Alleen wanneer de zuster het ziekenhuis verliet om naar een patiënt te gaan of om een baby bij de burgerlijke stand aan te geven, moest soms het kapje vervangen worden door een buitensluier of hoedje. En de zusters zelf? Die droegen het witte kapje, statussymbool bij uitstek, het liefst ook buiten het ziekenhuis.

De traditie voorbij

Na 1970 werden de stoffen kapjes steeds vaker vervangen door een papieren variant. Na een paar keer dragen kon de verpleegster, inmiddels verpleegkundige, het papieren vouwwerkje weggooien en vervangen door een nieuw exemplaar. En steeds vaker kozen ziekenhuizen en verpleeghuizen ervoor om het kapje maar af te schaffen. Veel sneller overigens dan in andere landen, waar soms nu nog het witte kapje gewoon bij het uniform hoort en dagelijks met trots op het kapsel wordt gespeld. Capping day (kapjesdag) en de Capping ceremony (kapjes ceremonie) is in de VS en Canada tot ver in de 20ste eeuw een plechtig moment in de opleiding van verpleegkundigen. Het opspelden van het kapje geldt als hoogtepunt van een stap in je carrière. Christelijke instellingen hielden het bij ons nog wat langer vol, maar vanaf 1985 draagt de Nederlandse verpleegkundige geen kapje meer. De traditie van het verpleegsterskapje is daarmee voorbij. Het zou de moeite waard zijn om een degelijke traditie weer eens onder de loep te houden!