Home

Welkom op de website van het FNI. Hier vind je allerlei themadossiers over de geschiedenis van de verpleging en verzorging. Ontdek hoe het vak zich door de jaren heen ontwikkeld heeft. Maak kennis met belangrijke vrouwen uit het vak. En deel deze informatie met anderen.

De wijkverpleegkundige: Van alle markten thuis!

Deze tentoonstelling laat de diversiteit van het beroep zien en benadrukt de zichtbaarheid van verpleegkundigen.

Bekijk dit dossier

Van verbandmeester tot verpleegkundige

Fabriekszuster, verbandmeester, arboverpleegkundige. Dit beroep kent door de tijd heen veel namen...

Bekijk dit dossier

Kitty Verbeek (1919–2007)

Bekijk dit dossier

Aan het front van de samenleving

Lees in deze tentoonstelling over het cruciale werk van verpleegkundigen en verzorgenden ... aan het front van de samenleving!

Bekijk dit dossier

Kraamzorg thuis

In Nederland was thuis bevallen de normaalste zaak van de wereld, ook nadat in andere westerse landen de medicalisering van de geboorte toenam. Nederlandse vrouwen kregen hun baby lange tijd liever thuis dan in het ziekenhuis. De kraamzorg heeft dus een lange historie.Toch daalt het aantal thuisbevallingen aanzienlijk. Hoe gaat dat verder en wat betekent die afname voor het beroep van kraamverzorgende? In dit dossier vind je de geschiedenis van de kraamzorg vroeger en nu.

1850 - 1925

Vroedvrouwen en bakers

Wie in de tweede helft van de 19e eeuw thuis beviel, kreeg meestal hulp van bakers en vroedvrouwen. Bakers bleven meestal een paar weken in een gezin en zorgden na de bevalling voor moeder en kind. Het waren oudere, ervaren vrouwen die zelf kinderen hadden grootgebracht en andere moeders hadden bijgestaan. Vooral voor onervaren kraamvrouwen was de baker een steun en toeverlaat.

Over bakers deden wisselende verhalen de ronde. Ze zouden vaak lui, dronken en onoplettend zijn. Dergelijke bakers bestonden inderdaad, maar er waren ook toegewijde en bekwame krachten.

<
>

Trui Klein, een beste baker

Trui Klein was een competente baker, die menige moeder op voortreffelijke wijze door de kraamtijd hielp. De Utrechtse huisarts Ausems, die rond 1900 veel met haar samenwerkte, schreef enthousiast: ‘Trui was nooit vermoeid, altijd gelijkmatig van humeur, ijverig, stipt en betrouwbaar bij haar werk, pleegde geen ongerechtigheden, luisterde naar bemerkingen omtrent de verpleging en bracht ze in toepassing’.

Vooral dat laatste was voor artsen en vroedvrouwen belangrijk. Sommige bakers wilden of konden de moderne medische inzichten niet volgen. Ze hielden vast aan oude bakerpraatjes over gezondheid. Het sterftecijfer onder moeders en zuigelingen was ook daarom in deze periode hoog.

<
>

Kraammatrasje van kranten

Het krijgen van een baby was vroeger niet alleen een riskante aangelegenheid, het was ook een dure grap. Niet alleen de vroedvrouw en baker moesten betaald worden, ook de visite wist het kraamgezin te vinden en dronk graag een glaasje mee. Voor welgestelde families was dat geen probleem, bij arme gezinnen wel. Zelfs ...

... het hebben van schoon beddengoed was niet altijd een vanzelfsprekendheid. Om het matras tijdens en na de bevalling te beschermen naaiden de moeders van oude kranten een kraammatrasje. Dit van kranten genaaide kraammatrasje is een replica.


Periode
  • Van 1880 tot 1940





<
>

Marie Steverink-Braam

De avonturen van een kraamverzorgster in de jaren '50

Bekijk dit dossier

Hall of Fame

Wie zijn ze, die vrouwen en mannen uit de geschiedenis die het beroep van verpleegkundige en verzorgende groot gemaakt hebben? Natuurlijk kent iedereen Florence Nightingale wel, maar al die andere ambassadeurs en voorbeelden verdienen ook onze aandacht. Hier zijn ze!

Verplegen in de wijk

Wijkverpleging staat volop in de schijnwerpers. Vergrijzing en bezuiniging maken dat de thuiszorg op een andere manier georganiseerd moet worden. Huishoudelijke hulp komt bij gemeenten te liggen, terwijl verpleging en verzorging een taak van de wijkverpleging blijven. De roep om de ‘ouderwetse wijkverpleegster’ weerklinkt. De vraag is dan natuurlijk wat voor iemand dat was. Lees hier alles over de geschiedenis en historie van de wijkverpleging.

Verplegen in het ziekenhuis

Waar verplegen we de patiënt. Thuis of in het ziekenhuis? Tegenwoordig worden patiënten - onder andere uit kostenoverwegingen - eerder naar huis gestuurd dan 25 jaar geleden. Verpleegkundigen krijgen daarom steeds meer alleen met ernstige zieken te maken. Hoe was dat in de 19e en de 20e eeuw? Hoe zagen ziekenhuizen er uit? Bestonden verpleegkundigen al en wat deden ze toen? Lees hier alles over de geschiedenis en de historie van het ziekenhuis.

De GGZ

Mensen met psychische stoornissen blijven tegenwoordig zo lang mogelijk thuis wonen. Ze worden ambulant behandeld of zelfs via internet. Patiënten heten cliënten. Oppassers en bewaarders hebben plaatsgemaakt voor verpleegkundigen of verpleegkundig specialisten in de GGZ. Lees hier meer over de geschiedenis en de historie van de GGZ.

Verplegen in de Z

Eeuwenlang zijn termen voor verstandelijk gehandicapten en psychiatrische patiënten door elkaar gebruikt. De haast eindeloze opsomming varieert van zwakzinnigen tot idioten, debielen, imbecielen, achterlijken, onvolwaardigen, onmaatschappelijken, onnozelen, waanzinnigen, gekken en dwazen. Bij verstandelijk gehandicapten of zwakzinnigen is er altijd sprake van gebrekkige verstandelijke vermogens. Het is een groep die niet of moeilijk voor zichzelf kan zorgen. De kwetsbaarheid is gebleven, maar tegenwoordig spreken we over ‘mensen met mogelijkheden’. Hoe komt dat zo? Lees hier alles over de geschiedenis en historie van de zorg voor verstandelijk gehandicapten.

Gezinszorg

De professional die organisatorische taken in een gezin overneemt, heet sinds 1997 verzorgende of helpende. Ook namen als thuisbegeleidster, ouderenhelpster of gezinshulp komen voor. Ze zijn afgeleid van de beroepsbeoefenaren die vanaf begin 20e eeuw in de gezinsverzorging werkzaam waren. Zij waren de praktische vervangsters van moeders, die hun taken in het gezin niet konden vervullen. Er werden hoge eisen aan hen gesteld. Hoe is het beroep van huisverzorgster - zoals de gezinsverzorgende vroeger heette - veranderd? Lees hier alles over de geschiedenis en de historie van de gezinszorg.

De wijkverpleegkundige: Van alle markten thuis!

Denk je aan de wijkverpleging, dan denk je aan de stoere, zelfstandige wijkverpleegkundige die in alle weersomstandigheden patiënten bezoekt. Deze tentoonstelling laat de diversiteit van het beroep zien en benadrukt de zichtbaarheid van verpleegkundigen. Met penningen, prijzen en liederen maakten verpleegkundigen zichzelf herkenbaar en vormden zo hun eigen imago. Ze vierden successen met congressen, tentoonstellingen en voorlichtingsmateriaal. Ze financierden zichzelf met de opbrengsten van fancy fairs, de verkoop van lidmaatschappen en materiaal. Zo is het onafhankelijke imago van de wijkverpleging al in de afgelopen eeuw gevormd: de wijkverpleegkundige spreekt tot de verbeelding!

Van verbandmeester tot verpleegkundige

Fabriekszuster, verbandmeester, arboverpleegkundige. Dit beroep kent door de tijd heen veel namen. Ook de betekenis van de arboverpleegkunde stond vaak ter discussie, zelfs tot op het punt dat men afvroeg of arboverpleegkundigen eigenlijk wel verpleegkundigen zijn… Lees en kijk mee hoe de Arbo verpleegkunde zich vanaf de 19e eeuw heeft ontwikkeld. Dit dossier bevat een greep uit het verleden van de arboverpleegkunde, door de ogen van verpleegkundigen zelf!

Kitty Verbeek (1919–2007)

Catharina Anna Maria (Kitty) Verbeek was een internationale professional met een duidelijke visie op het verpleegkundig vak en een hart voor de praktijk. Opleidingen voor leidinggevenden, opgericht in de jaren ‘70, zijn voor een groot deel het resultaat van haar overtuigingskracht.

Aan het front van de samenleving

Verpleegkundigen en verzorgenden leveren cruciaal werk, crisis of geen crisis. Deze tentoonstelling laat zien dat ze niet alleen aan het front staan tijdens oorlogen of epidemieën, maar dat zij aan het front staan van de samenleving. Deze tentoonstelling is een greep uit de grote hoeveelheid situaties waarin het werk en de stem van verpleegkundigen en verzorgenden een cruciale rol speelden.

Van Ziekenverzorgende tot VIG

De Verzorgende IG: Onbetaalbaar of Voor Ieder Gat inzetbaar? Al sinds de eerste wet op ziekenverzorgers en ziekenverzorgsters worstelen verzorgenden met hun identiteit. Waar staat de verzorgende voor? Wat is hun positie in het zorgveld? Deze online tentoonstelling beschrijft de onstaansgeschiedenis en professionalisering van de grootste groep zorgverleners in ons land. Neem een kijkje en maak een reis door de geschiedenis. Van de eerste opleidingen tot ziekenverzorgende in de jaren '50, tot de opkomst van de verzorgende IG en hun werk tijdens de coronacrisis.

Wij & Corona

Hoe beleven Nederlandse zorgmedewerkers en senioren de coronacrisis? Hoe is hun leven veranderd? Waar maken zij zich zorgen over, wat geeft hen hoop en troost? Voor het project 'Wij & Corona' zijn in de periode maart 2020 - juli 2021 meer dan 350 persoonlijke verhalen verzameld. Een verzameling verhalen over de zorg in een buitengewone tijd. Hieronder lees je een selectie uit dit bijzondere archief.

COVID-19 verhalenbank

We leven in een roerige tijd. De COVID-19 crisis is een ijkpunt in de geschiedenis. Het Historisch College FNI wil er voor zorgen dat ook de cruciale rol van de verpleegkundigen in deze crisis goed worden gedocumenteerd.

Opdrachten voor het onderwijs

Katholieke ziekenzorg

Gedurende meer dan honderd jaar waren katholieke kloosterzusters een belangrijke factor in de Nederlandse ziekenzorg. Deze zusters deden hun werk uit godsdienstige motieven, met enorme inzet en soms in felle concurrentie met protestanten en ‘neutralen’. Aan het begin van de 20e eeuw werkten meer dan 1000 kloosterzusters in de verpleging. Na 1950 nam hun aantal snel af. Tegenwoordig zijn er amper nog kloosterlingen werkzaam in de zorg.

Top 25

De 130-jarige ontwikkeling van het verpleegkundig beroep heeft veel vastberaden en doortastende verpleegkundigen voortgebracht. In de meeste gevallen betreft het vrouwen, hier en daar een man. Zonder al die andere verpleegkundigen tekort te willen doen, zijn hier 25 opvallende toppers. Ze blinken uit in creativiteit, moed of belezenheid.

Erfgoed

Het Florence Nightingale Instituut beschikt over een eigen verpleegkundige collectie die bestaat uit foto's, objecten, egodocumenten en boeken. De collectie vind je terug in onze themadossiers, in de juiste context en met de bijbehorende verhalen. In dit dossier lichten we de topstukken uit in een mooie 360-presentatie.

Marie Steverink-Braam

Marie Steverink-Braam (86 jaar) behoorde, samen met haar zus Alie, tot de eerste lichting kraamverzorgsters, die in 1950 van de opleiding kwam. Hun pioniersjaren in de kraamzorg bestonden uit hard werken en avontuur.

De pop van zuster Stieltjes

De samenleving heeft zijn hoop gevestigd op de wijkverpleging. Wijkverpleegkundigen staan in het brandpunt van de belangstelling. Ze zijn creatief en innovatief. Ook Antje Stieltjes, wijkverpleegkundige uit de 19e eeuw, beschikte over die kwaliteiten. Ze stak haar innovatiedrang niet onder stoelen of banken. Daarmee is ze een ware ambassadeur van het vak. Lees in dit dossier hoe een pop de wijkverpleging veranderde.

Wijkverpleging in actie

De wijkverpleging is terug en wijkverpleegkundigen zijn momenteel hard nodig. Tegelijk is er een groot tekort en zijn ze schaars. In de jaren ’70 deed zich eenzelfde situatie voor. Er was onrust binnen de gezondheidszorg, waarna wijkverpleegkundigen massaal in actie kwamen. Met de Landelijke Actiegroep Wijkverpleging, de LAW, wisten ze een aantal successen te behalen. Het was voor het eerst in hun lange geschiedenis dat wijkverpleegkundigen openlijk in verzet kwamen.

Canon van de gezinszorg

Na de Tweede Wereldoorlog was de overheid er zeer op gespitst om gezinsverzorgsters een pedagogische rol te geven binnen de ontwrichte gezinnen. Het vakgebied werd daarom flink gesubsidieerd. Tot eind 20e eeuw was gezinsverzorging dan ook een bloeiend onderdeel van de thuiszorg. Maar ook in 1895 waren er al gezinsverzorgsters, al heetten ze toen huisverzorgsters. Tegenwoordig is het beroep nagenoeg verdwenen. Deze canon biedt een overzicht van die lange geschiedenis.

1895 - 1930

1895: Hulp in het Huisgezin

De eerste vereniging 'Hulp in het Huisgezin' wordt opgericht in Deventer. De ideale huisverzorgster voldoet aan deze eisen:

  • Vrouw met huishoudelijke ervaring
  • Geen thuiswonende kinderen
  • Talent voor verpleging
  • Niet te jong of verleidelijk
  • Bereid een gezondheidscursus te volgen
<
>

1903: Centraal Bureau voor Huiszorg

Het Groene Kruis te Rotterdam richt het 'Centraal Bureau voor Huiszorg' op. "Zij zal de woning knap houden, zal wasschen, strijken en koken, de kleeren en het huishoudgoed in orde houden, de kinderen behoorlijk reinigen en zorgen dat dezen, voor zoover zij scholen bezoeken, daar tijdig heengaan."(dominee Fleischer)

<
>

1915: Katholieke Vereeniging Hulp in de Huishouding

Talloze particuliere verenigingen voor huisverzorging zien vanaf 1900 het licht, vooral vanuit kerkelijke instanties. Zo ontstond in 1915 de 'Katholieke Vereeniging Hulp in de Huishouding' in Amsterdam.

<
>

1920: Centrale Commissie voor Huiszorg

Het idee van hulp in huis sloeg aan en verenigingen schoten als paddestoelen uit de grond, vooral in de grote steden. De coordinatie in de provincie Zuid-Holland lag in handen van de 'Centrale Commissie voor Huiszorg'. 

<
>

Beantwoord deze vraag en ontdek welke themadossiers voor jou interessant zijn.

De voor jou geselecteerde dossiers verschijnen naast elkaar. Je kunt via het pijltje in de rode balk aan de zijkant van het dossier verder klikken.

Verberg Ontdek wat deze site jou te bieden heeft